Vlees is een belangrijke pijler van onze dagelijkse voeding geworden. We eten veel vlees op ons broden, bij de borrel, in salades en bij het avondeten. Toch kiezen steeds meer mensen ervoor om minder vlees te eten. Er wordt door grote supermarketen en restaurants steeds vaker een grote variatie aan vegetarische gerechten aangeboden. Maar waarom zouden we minder vlees eten?
Veel Nederlanders eten bewust minder vlees, of zijn van plan binnenkort te beginnen. Er zijn veel redenen waarom we niet veel vlees eten. De massaproductie, de verwoestende ecologische voetafdruk van de vleesindustrie, de overmatige vleesconsumptie in rijke landen en de belasting op de eigen gezondheid zijn de belangrijkste factoren die de vleesconsumptie beperken.
Belasting op de gezondheid
Het flink consumeren van vlees is een enorme gezondheidsbelasting voor de mens. De dierlijke vetten in rood vlees zijn verzadigd en in matige hoeveelheden schadelijk voor de gezondheid. Diverse onderzoeken wijzen zelfs op een verband tussen een hoge vleesconsumptie en verschillende vormen van kanker. Bovendien verlaagt het verminderen van de vleesconsumptie de bloeddruk en het risico op hart- en vaatziekten. Vlees bevat echter ook uitstekende voedingsstoffen zoals vitamine B12 en ijzer. Dit betekent dat als je besluit te stoppen met het eten van vlees, je goed moet nadenken over hoe je die voedingsstoffen binnen blijft krijgen.
Impact op het klimaat verminderen
Rood vlees heeft een grotere milieu-impact dan wit vlees. De productie van rood vlees vereist meer land, water en voer dan wit vlees. Rood vlees omvat rundvlees, varkensvlees, schapenvlees en geit, terwijl wit vlees kip en ander gevogelte omvat.
Om deze enorme kuddes te voeren is miljoenen kilo voer nodig. Het voedsel voor deze dieren is gemaakt van gewassen zoals maïs en sojabonen. Om aan de grote vraag naar deze gewassen te voldoen, is een groot deel van de wereld bedekt met maisvelden. Voor deze velden worden enorme hoeveelheden bos en regenwoud gekapt. Dit vermindert het aantal bomen dat CO2 kan omzetten in zuurstof en elimineert alle dieren die de natuurgebieden bewonen.
Tot slot is de veehouderij verantwoordelijk voor 18% van de broeikasgassen. De belangrijkste zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH) en lachgas (N2O). De vleesproductie gebruikt daarentegen ook veel meer water dan plantaardig voedsel. Zo vereist de productie van een kilo rundvlees in totaal 15.000 liter, één kilo varkensvlees 6.000 liter en één kilo kip 4.300 liter.
Stimuleren van de economie
Veevoer wordt vaak verbouwd op plekken waar mensen zelf weinig te eten hebben. Wanneer we rechtstreeks granen en soja eten, zouden we veel meer mensen kunnen voeden. Ook helpt minder vlees eten mensen in Afrika en Zuid-Amerika om hun eigen economie op te bouwen. Dit geldt ook voor de visserij. Vis wordt vaak gevangen voor westerse consumptie, dus de lokale bevolking vist vaak achter netten.
Het terugdringen van de massaproductie
Natuurlijk brengt massaproductie van vlees veel dierenleed met zich mee. Nederlanders eten elke dag zo’n 400.000 dieren. Een vegetariër daarentegen bespaart gemiddeld 727 dieren in zijn hele leven. In het beste geval leidt dit dier een zalig en vrij leven. Maar dit is vaak niet het geval. De vleesindustrie heeft een duistere kant. De meeste dieren leiden nogal ellendige en ongelukkige levens. Of het acceptabel is om dieren voor menselijke consumptie te doden, is natuurlijk een kwestie van persoonlijke overtuiging.
De verschillende vormen vegetariërs
Minstens 5% van de Nederlandse bevolking is vegetariër. Vegetariërs eten dierlijke producten zoals zuivelproducten en eieren. Vleesvoedingsstoffen worden vervangen door vleesvervangers, groenten, fruit en peulvruchten. Naast vegatariërs bestaan er ook nog andere vormen. Zo betekent pescotarisch eten dat je geen zeevruchten en vlees eten. Bij een flexitarisch dieet eet je alles, maar maak je een bewuste keuze maken om niet elke dag vlees te eten. Of tot slot kun je ervoor kiezen om helemaal geen dierlijke producten te eten, ook wel veganisme genoemd.